The sky was the limit

20 jul 2021

Loop met Anno, Jan en Piet door de Hall of Fame op de locatie Heerenmäten en de verhalen vliegen je om de oren. Bij letterlijk elk portret weten ze nog precies wat die leerling heeft gepresteerd om de LiemersCollegeAward te verdienen. Vrijwilligerswerk in verre buitenlanden, een boek schrijven en gepubliceerd krijgen, een zwemtocht in de Oude IJssel voor een goed doel… Deze week zijn de laatste acht van meer dan tachtig LCAwards uitgereikt. The sky was the limit.

Anno is Anno Koning, Jan is Jan van den Heuij en Piet is Piet van Breukelen. Alle drie zijn ze oud-docent. Anno en Jan stonden aan de basis van de LCAward, Piet sloot later aan en werd de pr-man van het trio.

Jan: “Anno en ik waren vijftien jaar geleden in Wales om een trekkingtocht voor te bereiden. Als je met dertig leerlingen op pad gaat en het bijna niets mag kosten, kun je moeilijk op de bonnefooi afreizen. Het was echt waardeloos weer toen we een paar knapen tegenkwamen. Toen we vroegen waarom ze met een slechte uitrusting in de regen liepen, bleek het te gaan om de Duke of Edinburgh’s Award, een jeugdprijs die in 1956 is ingesteld door prins Philip, de onlangs overleden echtgenoot van Queen Elisabeth.”

Anno: “We hadden net een beetje lopen mopperen over het gebrek aan ambitie bij veel leerlingen. Ze doen wat moet op school, maar niet meer dan dat. Het verhaal van die jongens in Wales kwam precies op het goede moment. Zoiets wilden we op het Liemers College ook van de grond krijgen. Bij terugkomst in Zevenaar hebben we ons ‘wilde plan’ voorgelegd aan de directeur, die meteen enthousiast was. ‘Ga je gang’, zei hij.”

Jan en Anno lieten zich inspireren door de Duke of Edinburgh’s Award, maar kozen wel voor een eigen invulling. Ze wilden leerlingen veel vrijheid geven bij de keuze van hun project. En de uitvoering ervan. Daarnaast eisten ze bij ieder project bijzondere prestaties op vier onderdelen: onderwijs, cultuur, maatschappij en sport & expeditie. En om de leerlingen extra te stimuleren, was de LCAward er in drie soorten: goud, zilver en brons.

Jan: “De Duke of Edinburgh’s Award dwingt jongeren te veel in een keurslijf, het is vooral afvinken. Wij wilden dat leerlingen zelf een plan bedachten, voorbereidden en uitvoerden. Dat is wel een dingetje voor pubers, maar dat vonden wij juist mooi.”

Piet: “De leerlingen moesten echt alles zelf doen, dus ook zelf voor de kosten opdraaien. Het was niet de bedoeling dat de ouders de portemonnee trokken. Dat maakte ze vaak ongelooflijk creatief. Ik stond er iedere keer weer van versteld wat jongeren op die leeftijd kunnen.”

Anno: “Ik weet nog dat we in een hotel in Oeganda een Amerikaan ontmoetten. Hij keek iedere avond met verbazing naar de werkbespreking van de leerlingen. Het was samen overleggen en beslissen, op elkaar vertrouwen en elkaar durven aanspreken. Later schreef die Amerikaan een brief, waarin hij zijn bewondering uitsprak. Hij had niet eerder gezien dat jongeren zoveel verantwoordelijkheid kregen én namen.”

Jan: “Onze rol is altijd die van coach geweest. We hielden in de gaten of het draaiboek gevolgd werd. Als je halverwege bent, moet je ook halverwege zijn. Maar de leerlingen moesten het zélf doen.”

Dat laatste lukte niet altijd. Van de twintig tot dertig leerlingen die ieder jaar begonnen, bleven er doorgaans zeven of acht over. Dat was niet omdat het project gaandeweg onhaalbaar bleek, want het eerste wat leerlingen van Jan en Anno te horen kregen als ze in de derde klas uitleg gaven over de LCAward was: The sky is the limit.

Anno: “Tenzij een project echt gevaarlijk was, hebben we eigenlijk nooit nee gezegd. Voor de LCAward moest je een beetje avontuurlijk zijn, maar vooral ook doorzettingsvermogen hebben en dingen zelf kunnen rooien.”

Jan: “Motivatie is zelden het probleem geweest. Vaak lukte het niet om alle vier de onderdelen af te ronden. Vooral cultuur kon lastig zijn, hoewel het een heel breed begrip is. Daarnaast kostte de LCAward serieus veel tijd, naast de tijd die je aan het gewone schoolwerk moet besteden. Want zonder diploma ook geen award.”

Piet: “Gelukkig kwamen leerlingen meestal zelf tot de ontdekking dat het niet zou lukken. Wij hoefden niet streng te zijn.”

Anno, Jan en Piet zijn de afgelopen jaren nauw betrokken geweest bij meer dan tachtig LCAward-projecten. De vraag welk project de meeste indruk heeft gemaakt, beantwoorden ze dan ook liever niet. We stellen ‘m toch.

Jan: “Dat zijn er zoveel. Ga maar kijken in de Hall of Fame. Maar goed: ik vond altijd de ontwikkeling van leerlingen het mooist. Een leerling die het licht ziet en op school ook beter gaat functioneren. Dan maakt het niet uit of je in een ver buitenland een speeltuin aanlegt of een onmogelijk eind gaat zwemmen in de Oude IJssel.”

Anno: “Dat geldt ook voor mij. Ik herinner me een jongen die op school was vastgelopen, maar door de LCAward helemaal opbloeide. Bij de uitreiking (traditiegetrouw tijdens het Theatre of Dreams in het Eet-Lokaal in Zevenaar, red.) hield hij een toespraak in het Spaans. Ik was enorm trots. Het is moeilijk om projecten met elkaar te vergelijken, alleen al of je het alleen doet of in een groep.”

Piet: “Ik noem er twee: Eva Beunk die op een basisschool in Armenië muziekles gaf met instrumenten die de kinderen zelf van afval hadden gemaakt en Lieke Meertens die op eigen houtje een basisschool in Senegal heeft opgeknapt. Ik bewonder hun creativiteit en doorzettingsvermogen.”

De laatste LCAwards zijn uitgereikt. Een bijzonder moment uiteraard voor Anno, Jan en Piet. Ze kijken met veel voldoening terug, vooral omdat ze talloze leerlingen geïnspireerd hebben om méér van hun middelbareschooltijd te maken.

Anno: “Ik weet zeker dat de LCAward de leerlingen heel veel gebracht heeft. Ze hebben dingen geleerd die ze normaal op school in die mate niet geleerd zouden hebben. Wat mijzelf betreft: het was fantastisch leuk om leerlingen daarbij te helpen.”

Piet: “Ik vond het heerlijk om na mijn pensionering via de LCAward in contact te blijven met jongeren. Als ze in de krant kwamen, gaf dat extra motivatie. Ik ben ook trots op de eerste prijs die we een paar jaar geleden wonnen bij de regioverkiezing van de ING-wedstrijd ‘Help Nederland vooruit’. En we moeten niet vergeten dat leerlingen met de LCAward echt iets op hun cv hebben staan.”

Jan: “Dat klopt. Ik heb heel wat getuigschriften geschreven. Voor mij is het een geweldig avontuur geweest dat ons in allerlei delen van de wereld heeft gebracht. Maar ik was wel altijd blij als iedereen weer veilig terug in Zevenaar was. Dat was wel een dingetje.”

Het afscheid van de LCAward is niet onopgemerkt gebleven. Lees hier en hier de artikelen in de Gelderlander en de Zevenaar Post.

Foto: V.l.n.r.: Jan van den Heuij, Piet van Breukelen en Anno Koning in de Hall of Fame.

Terug naar overzicht