Biologie en Zorg (BiZo)

Bij het vak biologie houden we ons bezig met alles wat leeft en wat daarmee samenhangt. Onderwerpen die aan bod komen zijn bijvoorbeeld het menselijk lichaam, planten, dieren, schimmels en micro-organismen. We besteden ook aandacht aan hoe deze organismen invloed hebben op elkaar, het milieu en de kwetsbaarheid daarvan.

De ene keer hebben we het over voeding en de andere keer over bijvoorbeeld erfelijkheid, seksualiteit, hart- en bloedvaten of de wijze waarop een plant zijn voeding maakt. We geven onze kennis graag aan jou door met aansprekende voorbeelden, werkvormen en uitdagende praktische onderzoekjes. Deze onderzoekjes voeren we uit in samenwerking met een technisch onderwijsassistent. We werken vanuit twee praktijklokalen. In deze praktijklokalen hebben we kookeilanden. In groepjes leer je samenwerken en samen koken.

In onze lessen gebruiken we de digitale methode Biologie voor jou. Het voordeel van deze methode is onder meer dat er door leerlingen gemakkelijk geschakeld kan worden naar een ander niveau. De docent kan alles uit de methode presenteren en jouw voortgang goed volgen. Naast de digitale methode heb je ook een handboek.

We hopen jou volgend jaar ook in onze klassen te mogen ontvangen!

Welkom bij biologie

Welkom in het klaslokaal van biologie!

We hebben een minilesje en een miniquiz voor je klaargezet. Veel plezier!

Minilesje Biologie

Leer meer over het skelet in dit minilesje.

Mini quiz: tafel 1

Tafel 1 (microscopie)

Onder welke microscoop zie je een plantaardige cel?

󠄁

Microscoop A:

Microscoop B:

Mini quiz: tafel 2

Tafel 2 (hart)

Welke kant van een (zoogdier)hart is gespierder?

A: de linkerkant

B: de rechterkant

Mini quiz: tafel 3

Tafel 3 (skelet)

Hoeveel vingerkootjes heeft de duim?

󠄁 A: 2 kootjes

󠄁 B: 3 kootjes

Mini quiz: tafel 4

Tafel 4 (torso)

Waar liggen de longen?

󠄁 A: in de borstholte

󠄁 B: in de buikholte

Mini quiz: tafel 5

Tafel 5 (schedels)

Op deze tafel staan enkele schedels van dieren. Van een planteneter, vleeseter en een alleseter. Klik op de foto’s om ze te vergroten. Welke schedel is van een planteneter? A, b of c?